Meer informatie over BBL opleiding
Hier vind je per categorie de vragen en informatie over Leren & Werken bij Surplus. Klik op een categorie om de vragen en antwoorden te bekijken.
Algemeen
Waarom zou ik ervoor kiezen om mijn opleiding bij Surplus te doen?
Bij Surplus hebben we diversiteit in zorgsetting en zorgvraag. Je ontwikkelt je in de intramurale zorg (woonzorgcentra), kleinschalige woonvormen en de extramurale zorg. Je verdiept je in psychogeriatrische zorgvragers, de somatiek en ook de gerontopsychiatrische zorg. Daarnaast is het werkgebied van Surplus groot en ook gevarieerd. Je kunt werken in stad, maar ook op platteland.
Waarom zou ik ervoor kiezen mijn opleiding in Samen Leren in de Wijk te doen?
Je kunt maandelijks instromen in je opleiding. En binnen samen leren in de wijk heb je zelf de regie over jouw leerproces. Je kunt zelf je tempo bepalen. Je leert in jouw eigen leergemeenschap of daarbuiten. Je hoeft niet meer één dag in de week naar school.
Voor welke opleiding kan ik terecht bij Samen leren in de wijk?
- Helpende Plus. Je hebt je diploma voor de opleiding Dienstverlening uitstroom zorg.
- Regievoering en vakontwikkeling. Je hebt je diploma voor de opleiding Dienstverlening uitstroom zorg.
- Verzorgende IG niveau 3
- Verpleegkundige niveau 4
Wat is de studiebelasting?
Naast je werk besteed je gemiddeld 8 uur per week aan je studie.
Externe stage: loop ik ook extern stage?
Een externe stage is van toepassing als je de opleiding Verpleegkundige niveau 4 doet. De totale duur van de externe stage is 5 weken in een algemeen ziekenhuis.
Volg ik de opleiding in mijn eigen team als ik al bij Surplus werk?
Ben je al in dienst bij Surplus en dus een interne kandidaat en ga je de opleiding Verzorgende IG of Verpleegkundige doen? Dan start je je opleiding in een nieuw team. Ga je de opleiding Helpende, het keuzedeel Helpende Plus of certificaatroute Regievoering en vakontwikkeling doen? Dan kan je op je eigen afdeling, in je eigen team blijven.
Voor alle collega’s in opleiding (intern en nieuw in dienst) zal er gedurende de opleiding een moment van overplaatsing zijn.
Begeleiding
Tijdens je opleiding leer je van, door en met je collega’s. Er zijn meerdere collega’s die een rol spelen bij de begeleiding van jouw leerproces. Dit zijn:
- De werkbegeleider: Dit is een collega uit jouw team op de werkvloer en is jouw eerste aanspreekpunt en degene die jouw ontwikkeling volgt.
- De CIO begeleider: Dit is een inhoudsdeskundige die jouw helpt met opdrachten en de kneepjes van het vak kent.
- De coach: De coach is een adviseur leren en ontwikkelen die het totale leerproces vanuit een onderwijskundig oogpunt met je mee volgt en de kwaliteit van jouw leerproces bewaakt.
- Zorgmanager: Dit is jouw leidinggevende en creëert de omstandigheden voor een krachtig leerklimaat.
- Mede studenten: Zij zijn net als jij bezig met het behalen van een certificaat of opleiding. Samen met je medestudenten kun je opdrachten maken, overleggen, theorie bestuderen, praktische vragen beantwoorden en nog veel meer.
Want leren dat doe je samen!
Benodigde competenties
Deze vorm van opleiden vraagt een andere manier van leren. Hieronder hebben we op een rijtje gezet welke competenties helpen bij deze vorm van leren.
- Zelfstandigheid: Op eigen benen staan. Onafhankelijk zijn. Deze competentie is gerelateerd aan onderliggende aspecten die moeilijk te veranderen zijn. Dit zijn aspecten als zelfvertrouwen, energie en doorzettingsvermogen.
- Plannen en organiseren: Voor jezelf op durven komen om ervoor te zorgen dat je een balans creëert tussen werk, privé en opleiding. Door grenzen te stellen schep je voor anderen duidelijkheid en persoonlijke ruimte voor jezelf. Je bent in staat om zelf je opleidingstraject te bepalen. Onze organisatie, de kruisvereniging en het opleidingsinstituut verzorgen samen een breed aanbod aan leermiddelen die jij kunt inzetten om je opleiding te doorlopen. Je hebt echter zelf de regie over de inzet van deze leermiddelen. Dit vergt enige planning en organisatie vaardigheden.
- Ethisch en integer handelen: Je realiseert je dat je te maken krijgt met de normen en waarden van de beroepsgroep en dat je deze respecteert. Openstaan voor, eerbiedigen van en begripvol omgaan met de gevoelens en meningen van anderen.
- Samenwerken: Samen met anderen de activiteiten richten op een gemeenschappelijk doel. Kunnen omgaan met anderen in een arbeidsverband. Het gezamenlijk resultaat op de eerste plaats stellen en je daarvoor naar beste kunnen inzetten. Zich onder collega’s kameraadschappelijk opstellen en veel voor je collega’s over hebben.
- Relaties bouwen en netwerken: Oog hebben voor jouw sociale en professionele netwerk en dat van de zorgvrager. Contacten van meer diepgaande en persoonlijke aard kunnen leggen en onderhouden. Op passende wijze onze organisatie, Surplus, vertegenwoordigen.
- Digitale vaardigheden: Om kunnen gaan met een computer/laptop, Microsoft Office en web-portaals voor onderwijs en zorg.
- Leefwereldbenadering: Je hebt een onderzoekende en belangstellende houding naar de leefwereld van de zorgvrager, de omgeving en collega’s en handelt hiernaar.
- Overtuigen en beïnvloeden: Je staat open om te luisteren, mee te denken en een beroepsmatige mening te vormen om daarna het juiste advies te geven. Dit is van belang om de zorgvrager zo lang mogelijk zelfredzaam te laten zijn.
- Reflectievermogen: Bespiegelend nadenken over eigen handelen, opvattingen en ideeën om jezelf te ontwikkelen tot een volwaardig beroepsbeoefenaar.
Toelating
Aan welke eisen moet ik voldoen?
- Helpende plus: een diploma voor de opleiding Dienstverlening uitstroom zorg, rijbewijs en eigen vervoer.
- Regievoering en vakontwikkeling: een diploma voor de opleiding Dienstverlening uitstroom zorg, rijbewijs, eigen vervoer.
- Verzorgende IG:
- een diploma VMBO KL, GL of TL
- óf een beroepsopleiding niveau 2,3 of 4
- óf een Mavodiploma
- óf een overgangsbewijs voor Havo-4
- een rijbewijs en eigen vervoer (auto) is fijn, geen noodzaak
- Verpleegkundige (niveau 4):
- bolopleiding verpleegkundige tot en met fase 2/vanaf 3e leerjaar
- diploma Verzorgende IG (MZ)
- een rijbewijs en eigen vervoer (auto) is fijn, geen noodzaak
Ik werk als uitzendkracht / zzp’er voor Surplus. Kan ik solliciteren op een opleidingsplaats?
Je sollicitatie is van harte welkom. Over de startdatum zullen we met jou, jouw uitzendbureau en je leidinggevende overleggen.
Kosten en vergoeding
Welke kosten zijn er verbonden aan de opleiding?
Surplus betaalt het collegegeld en licenties. Daarnaast is het belangrijk dat je over een goedwerkende laptop beschikt. Een tablet is niet voldoende. Het eventueel aanschaffen van een laptop is voor eigen rekening.
Krijg ik een reiskostenvergoeding?
De CAO VVT is van toepassing. Surplus heeft op basis hiervan een regeling uitgewerkt. De hoogte van de vergoedingen wordt jaarlijks conform CAO VVT afspraken bepaald en geldt al vanaf de eerste kilometer. De CAO VVT maakt onderscheid in 4 soorten vergoedingen.
1. Tegemoetkoming woon-werkverkeer
2. Tegemoetkoming voor reizen van huis naar cliënten in de wijk
3. Vergoeding voor reizen vanaf de vaste locaties naar andere locaties of naar cliënten
4. vergoeding reis- en verblijfkosten voor incidentele dienstreizen
Moet ik studiekosten terugbetalen als ik uit dienst ga?
Er is een terugbetalingsregeling van kracht conform leerarbeidsovereenkomst. Heb je je diploma nog niet en besluit je zélf te stoppen met de opleiding dan betaal je een maximum bedrag terug.
Heb je je diploma gehaald en ga je uit dienst? Dan hoef je niets terug te betalen.
Taalniveau
Welk taalniveau heb ik nodig om te kunnen starten?
- Voor een opleiding op mbo niveau 3 of 4 (Verzorgende IG of Verpleegkundige niveau 4) heb je van Nederlands als 2e taal (Nt2) cursus programma 1 /taalniveau B1 gehaald. Je kunt dit aantonen door een verklaring of certificaat.
- Voor een opleiding op hbo/wo niveau heb je van de Nederlands als 2e taal (Nt2) cursus programma 2 /taalniveau B2 gehaald. Je kunt dit aantonen middels verklaring of certificaat.
Welk taalniveau moet ik hebben bereikt aan het eind van mijn opleiding?
- Helpende : 2F
- Verzorgende IG: 2F
- Verpleegkundige: 3F
Wat is het verschil tussen taalniveau ‘A,B,C’ en ‘F’?
- ‘A,B,C’ betreft een Europees referentiekader om het taalonderwijs op elkaar af te stemmen, met elkaar te kunnen vergelijken en taalniveaus te kunnen inschatten.
- ‘F’: Voor Nederlandse scholieren worden er afwijkende referentieniveaus aangehouden. Er zijn voor 4 momenten in de schoolloopbaan referentieniveaus geformuleerd. Voor elk moment is er een fundamenteel niveau (F) en een streefniveau (S). Het F-niveau is het taalniveau waarop scholieren en studenten op dat moment moeten functioneren, het S-niveau is een streefniveau voor scholieren en studenten die meer kunnen dan het F-niveau. Toetsen en examens worden gebaseerd op het F-niveau, omdat dit referentieniveau als minimale eis fungeert. De referentieniveaus beschrijven welke basiskennis en -vaardigheden leerlingen moeten beheersen voor taal en rekenen.